Corona en de paradox van digitale afstand

Als adviseurs op het gebied van veranderingsprocessen hameren wij nadrukkelijk op de noodzaak van radicale openhartigheid. Dat roept bij face-to-facegesprekken vaak al de nodige weerstand op, laat staan bij virtuele meetings. De ‘nieuwe realiteit’ heeft ons verrassend genoeg in enkele weken geleerd dat dit, in elk geval deels, meer een aanname is dan een feit. Wij noemen dit de paradox van digitale afstand.

Onderling vertrouwen

Die paradox bestaat, of moeten we zeggen bestond, uit de ogenschijnlijke tegenstelling tussen enerzijds het ontbreken van fysiek contact en non-verbale communicatie en anderzijds de momenteel juist sterkere behoefte aan onderling vertrouwen. En dus aan openhartigheid in termen van het delen en toetsen van aannames, helder maken van eigen wensen en verlangens en directe feedback geven over wat we echt vinden. Ook nu, of juist nu, is het belangrijk om te investeren in openhartigheid en onderling vertrouwen. Aan de ene kant horen we van diverse teams die we afgelopen tijd hebben begeleid, waaronder in de zorg, dat ze blij zijn dat we nog voor de crisis fors in vertrouwen hebben geïnvesteerd. Daar kunnen we nu mooi gebruik van maken.

De unfreeze-effecten van ‘Zoomen’ en ‘Teamen’

Juist omdat we elkaar nu niet veel en in elk geval anders zien, kunnen we zaken ook moeilijk controleren. We moeten er dus maar op vertrouwen dat mensen de juiste dingen doen, dan wel met de juiste intentie, op momenten dat we er zelf niet bij zijn. Zonder radicale openhartigheid is de kans groter dat zaken eerder spaak lopen. Al ‘Zoomend en Teamend’ blijken er echter tot veler verrassing allerlei unfreeze-effecten te ontstaan. Zodanig zelfs, dat een collega die er altijd van overtuigd was dat je alleen verbindend en effectief kunt zijn in fysieke bijeenkomsten, in enkele weken van zijn ‘geloof’ is gevallen. Juist in de virtuele omgeving worden we gedwongen om veel directer én openhartiger te zijn over wat we willen en vinden.

Virtuele vrijmibo’s

Bovendien ontstaat een spontane behoefte en vaardigheid om het onder de huidige omstandigheden ook even gezellig te hebben met elkaar. De vele virtuele vrijmibo’s zijn daar een mooi voorbeeld van. De sfeer die daarbij ontstaat werkt drempelverlagend en bevordert daarmee de zo gewenste openhartigheid. Daarnaast ontstaat er een soort collectieve permissie om, al improviserend en dobberend in hetzelfde schuitje, niet alles in één keer goed te hoeven doen. Een bijkomend effect, en misschien zelfs voordeel, is dat virtueel vergaderen de luistervaardigheden prikkelt. Met gewoon of beeldbellen ben je meer gericht op wat er gezegd wordt en dat weegt nu al vaak op tegen de extra inspanning die het kost.

Even ‘leeglopen’

Hoe laag de drempel kan worden, hebben we onlangs persoonlijk ondervonden. Van ons aanbod aan opdrachtgevers om ook buiten het zakelijke om even ‘leeg te lopen’ werd gretig gebruik gemaakt. Tot tranen toe! Meerdere managers hebben aangegeven dit structureel te willen voortzetten. En dat is zeker niet het enige wat na de crisis zal blijven hangen. In menige organisatie zou de tijdelijk werkroutine wel eens duurzaam kunnen blijken. Van ontbijten met het gezin en een vaste avondwandeling tot een digitale dagstart met het team. We komen hier in een volgende blog zeker nog op terug. Tot die tijd wensen we iedereen een blijvend goede gezondheid en veel radicale openhartigheid toe!

Wil je meer weten over dit onderwerp en/of ben je benieuwd wat we precies voor jouw organisatie kunnen betekenen? Stuur dan een mailtje naar natascha.vandepol@fprofs.com.